Zeehonden in zoet water
Zoals de naam doet vermoeden, leven zeehonden in zout water. Toch wil het nog wel eens gebeuren dat we een melding krijgen van een zeehond in een gebied met zoet water. Vaak komt zo’n melding binnen met de vraag: “Is dat niet erg?”
En gelukkig is dat niet zo. Een zeehond heeft vooral vis nodig om te overleven. En die zitten ook in zoet water. Er zijn meldingen bekend van zeehonden in de Utrechtse gracht, het Schildmeer en in de grote rivieren. Zeehonden zijn slim. Ze vinden meestal hun weg terug wel weer.
SCHAUEN SIE SICH AUCH AN
Invloed zoet water op gezondheid
Zeehonden hoeven niet per se in zout water te zijn om te overleven. Anders dan andere in de zee levende dieren, zijn ze niet erg gevoelig voor het zoutgehalte van water. Het is wel zo dat ze na een tijdje last kunnen krijgen van hun ogen. Afgezien daarvan kunnen zeehonden prima een tijdje in zoet water overleven. Zolang er genoeg vis is om op te jagen.
Meldingen van zeehonden in zoet water
De twee meest recente gevallen bij ons gemeld zijn zeehonden Hulcky en Thor. Hulcky hebben we uit het Veluwemeer gehaald, toen bleek dat ze last had van een longworminfectie. Ze is opgevangen in het Zeehondencentrum en uiteindelijk weer in zee vrijgelaten.
Zeehond Thor werd juist in het zoete water van De Onlanden gezien nadat we hem hadden opgevangen en weer vrijgelaten. Dankzij zijn tag én zijn vlekkenpatroon konden we herkennen dat het om deze specifieke zeehond ging. Na een tijdje heeft hij zelf zijn weg weer terug gevonden.
Sinds maart 2012 hebben we nog meer meldingen gehad:
- Maart 2012: gewone zeehond bij Goudswaard, Zuid-Holland.
- December 2012: gewone zeehond in de Biesbosch.
- December 2012: gewone zeehond in het Schildmeer, Groningen. Het dier leek heen en weer te zwemmen tussen het Schildmeer en Farmsum.
- Januari 2013: gewone zeehond in de Maas bij Dreumel.
- April 2013: gewone zeehond in rivier de Hunze in Drenthe, uit zichzelf verder getrokken.
- December 2013: gewone zeehond in het Schildmeer, Groningen. Onbekend of het dezelfde zeehond was. Wel was het dier gezien met vis in de bek.
- Augustus 2015: ringelrob in Utrechtse grachten, opgevangen bij zeehondenopvang A Seal in Stellendam.
- Oktober 2015: gewone zeehond in Biesbosch.
- Maart 2016: gewone zeehond in de Maasplassen bij de Weerd in Roermond.
- November 2016: gewone zeehond “Hulcky” gespot in Veluwemeer.
- Augustus 2021: gewone zeehond Thor gespot eerst in Peizerdiep, later in De Onlanden.
Zeehondenpopulaties in zoet water
De zeehondenpopulaties die in Nederland voorkomen, leven allemaal in zout water. Maar er zijn zeehondenpopulaties op de wereld die echt leven in zoet water. In totaal zijn dit er vijf. Deze populaties zijn waarschijnlijk lang geleden afgescheiden geraakt van de zee.
Het gaat om de volgende vijf populaties:
Iliamna meer, Alaska Phoca vitulina mellonae, een zoetwater subspecies van de gewone zeehond.
Baikal Meer, Siberië Pusa sibirica, Baikalrobben , een aparte soort. Trouwens ook de kleinste zeehondensoort.
Ladogameer, Rusland Pusa hispida ladogensis, zoetwater subspecies van de ringelrob.
Saimaameer, Finland Pusa hispida saimensis, zoetwater subspecies van de ringelrob.
Lac des loups marins, Quebec Phoca vitulina mellonae, zoetwater subspecies van de gewone zeehond.
Bron: Van Lanen, 2012
Waren er vroeger meer zeehonden in zoet water?
Er wordt gedacht dat er vroeger meer zeehonden de Nederlandse binnenwateren bezochten, maar dat dat in de laatste eeuw minder is geworden.
Het aanleggen van waterkeringen in alle grote rivieren in Nederland heeft hier waarschijnlijk aan bijgedragen. Door alle sluizen, dijken en spuigaten is het vrij lastig voor een zeehond om een makkelijke weg naar het binnenland te vinden. Soms vinden zeehonden een weg, maar raken ze onderweg verdwaald en kunnen zij geen weg terug meer vinden. Als die dieren dan ook niet genoeg voeding krijgen, moet er ingegrepen worden om ze weer terug naar zee te helpen. In andere gevallen lijken zeehonden heel goed te weten hoe ze heen en weer moeten tussen zee en meer.
De zeehond die al een aantal keer in het Schildmeer is gezien, bijvoorbeeld. Die werd eerst bij Farmsum gezien, toen bij het Schildmeer. Om bij dat meer te komen moest de zeehond eerst door een kanaal naar het zuiden zwemmen, om vervolgens een klein afwateringskanaaltje in te zwemmen. Toen het dier later weer bij Farmsum werd gespot, leek het erop dat het dier wel wist wat het aan het doen was. Een jaar later werd opnieuw een zeehond in het Schildmeer gezien.
Er wordt door verschillende mensen gesuggereerd dat de zeehonden wellicht kunnen leren hoe sluizen werken.
Waterkwaliteit achteruit: minder vis is minder zeehonden?
Door de industrie, landbouw en afvalwater vanuit huishoudens is de waterkwaliteit in de laatste eeuw snel achteruitgegaan. Door de verslechterde kwaliteit van het zoetwaterecosysteem werden veel zoetwaterlichamen onleefbaar voor bepaalde vissoorten. Hierdoor ging de diversiteit in veel zoetwaterlichamen ook sterk achteruit. Zoals al eerder genoemd, hebben zeehonden veel vis nodig om te kunnen overleven. Als die vis er niet is, zal een zeehond er niet snel voor kiezen om in zo’n gebied rond te gaan hangen.
Verbetering waterkwaliteit + opening rivieren voor meer vis: in toekomst meer zeehonden?
Afgelopen paar jaar is er wel hard gewerkt om de waterkwaliteit te verbeteren. En dat zal voortgezet worden. Er worden ook verschillende projecten ontwikkeld om de soortenrijkdom in het Nederlandse water weer omhoog te brengen. Door bijvoorbeeld de zeesluizen op een kier te laten staan en vispassages aan te brengen in dijken, hoopt men dat migrerende vissoorten weer zullen terugkeren naar het Nederlandse binnenland. Met die terugkeer hopen zij dan ook dat het ecosysteem verbetert.
Wellicht dat we met die verbetering over een paar jaar vaker zeehonden zullen tegenkomen in het Veluwemeer?