Fase 1: intensive care
Als eerst liggen zeehonden binnen, in fase 1. Hier begint de revalidatie van de zeehond. Je kunt fase 1 bij ons vergelijken met de intensive care in het ziekenhuis. De patiënten zijn hier nog erg ziek en zwak. We moeten ze dus goed in de gaten houden!
Geïsoleerd
De verblijven in fase 1 zijn helemaal van de buitenwereld, en van elkaar, af te sluiten. Je kunt ze zien als quarantaines. We kunnen ze afsluiten als we willen voorkomen dat er ziektes van een zeehond naar de anderen verspreidt.
Ook kunnen we in deze verblijven de temperatuur en het licht regelen. Zo blijft de zeehond warm en kan ze in het donker uitrusten.
Het is stressvol voor een zeehond om veel andere zeehonden om zich heen te hebben, zeker als ze ziek is. Daarom hebben we in deze fase nooit meer dan twee zeehonden per verblijf. Dit vermindert ook de kans op het overdragen van ziektes.
Nog even niet zwemmen
In deze verblijven kunnen we hekken tussen het plateau en het bad zetten, zodat de zeehond niet bij het water kan. Dit is nodig, omdat de patiënten hier nog heel erg zwak zijn. In het begin is het belangrijk dat de zeehond goed uitrust en aansterkt.
Na een tijdje zal ze sterker worden en mag ze proberen te zwemmen. In het begin slechts een paar minuten. Gaat dat goed? Dan mogen ze steeds wat langer zwemmen. Uiteindelijk blijft het hekje de hele dag open en mag de zeehond zelf weten wanneer ze het water in gaat. De baden in fase 1 zijn klein, want de verzorgers moeten de dieren makkelijk uit het water kunnen halen.
Schoonmaken
De verzorgers en vrijwilligers maken dagelijks alle verblijven goed schoon. In fase 1 worden de muren, vloeren, hekjes en wasbak iedere ochtend geschrobd en ontsmet. Ook het bad wordt leeggemaakt, gedesinfecteerd en weer gevuld met schoon water. Omdat de zeehonden veel poepen en plassen, is het heel belangrijk dat dit dagelijks gebeurt.
Gezondheidschecks
De dierenartsen en verzorgers blijven tijdens de opvang steeds checken hoe het gaat met de zeehond. Zo kunnen we meteen ingrijpen als er iets mis lijkt te gaan. Hieronder zie je de checks die regelmatig uitgevoerd worden.
Eten en medicijnen
We geven de zeehonden in fase 1 vier keer per dag te eten. De eerste voeding is om 07.00 uur in de ochtend. In het begin krijgen de zeehonden nog geen vis van de verzorgers. Omdat ze nog niet sterk genoeg zijn om een hele vis te verteren, beginnen we altijd met een speciale pap van vermalen zalm en water. In deze pap zitten veel vetten en belangrijke voedingsstoffen die de zeehond nodig heeft om aan te sterken. De zeehonden krijgen dan ook meestal een paar keer per dag medicijnen in hun voedsel.
Na de eerste week is de zeehond meestal sterk genoeg om ook echte vis te gaan eten. We geven nog wel twee keer per dag vispap, maar de andere twee voedingen bestaan dan uit vis. Vaak mag de zeehond dan ook tijdens het schoonmaken en bij voedingen even zwemmen.
Hoe beter het gaat, hoe meer vis ze krijgt. We proberen er dan voor te zorgen dat de zeehond leert om de vis zelf uit het bad op te duiken. Zeehonden die helemaal geen vispap meer krijgen, hebben in het begin nog wel wat extra water nodig.
Wis je dat…
In het wild zeehonden geen water drinken? Ze leven in de zee, dus dat water is veel te zout om te drinken. Zeewater drinken zou ontzettend slecht voor ze zijn! In plaats daarvan halen zeehonden de vocht die ze nodig hebben uit de prooi die ze eten.
Fase 2: herstel
Onze dierenartsen beslissen wanneer zeehonden klaar zijn om naar buiten te gaan voor fase 2. Ze baseren dit op het gewicht van de zeehond, hoe goed het dier eet, hoe lang ze kan zwemmen en op de gezondheid van de zeehond in het algemeen. De dieren hier krijgen al een tijdje geen vispap meer en hebben een stuk minder medicijnen nodig dan in fase 1.
In de buitenlucht
In fase 2 liggen de zeehonden buiten. Ze moeten dus sterk genoeg zijn om goed tegen slecht weer te kunnen. Omdat ze nog wel wat moeten aansterken, hebben de verblijven in fase 2 een afdakje met warmtelampen waar de zeehonden onder kunnen liggen bij slecht weer of kou. Als het in de zomer heel erg warm is, hangen we sproeiers aan de hekken zodat de dieren ook op de kant koel blijven.
Hier kunnen meer dan twee zeehonden per verblijf liggen. Omdat ze meer ruimte hebben, kunnen zeehonden elkaar de ruimte geven als ze dat nodig hebben.
Altijd zwemmen
Eenmaal buiten mogen de zeehonden de hele dag zwemmen. In fase 2 zijn zeehonden al een stuk sterker dan in fase 1. Toch is het belangrijk dat we de zeehonden op de kant kunnen verzorgen. De baden in fase 2 zijn daarom nog klein genoeg dat we de dieren vrij makkelijk uit het water kunnen krijgen. Dit doen we door hekjes tussen de zeehonden en het water te plaatsen. Na verzorging mogen ze weer terug het bad in.
Schoonmaken
Net als in fase 1, worden de buitenverblijven dagelijks schoongemaakt. De hekjes en de vloeren krijgen iedere ochtend een grondige schoonmaakbeurt. Het water wordt continu gereinigd door ons filtersysteem (net als in een zwembad!) en één keer per week wordt het hele bad geleegd, gereinigd en weer gevuld.
Gezondheidschecks
In fase 2 is het niet meer nodig om regelmatig de temperatuur te meten of navelstrengen te controleren. Wel wegen we ze iedere week en letten we op dat ze ongeveer evenveel eten.
Eten en medicijnen
In fase 2 voeren we de zeehonden drie keer per dag haring. Nog niet alle zeehonden eten zelfstandig in deze fase. In dat geval worden de zeehonden tijdens het voeren gescheiden.
De dieren die zelf eten blijven in het bad waar hun vis ingegooid wordt. De overige dieren worden op de kant met de hand gevoerd. Als ze nog niet genoeg vis krijgen, moeten we ze extra water voeren.
De zeehonden in deze fase hebben soms nog medicijnen nodig. De pillen stoppen we in een haring of vermalen we en geven ze met water. Als een zeehond crème of oogdruppels nodig heeft, dan wordt die een tijdje op de kant gehouden zodat het kan inwerken.
Fase 3: bijna beter
Nog één fase te gaan! In fase 3 eten zeehonden zelfstandig en hoeven we ze niet meer zo nauwlettend in de gaten te houden.
In weer en wind
Deze verblijven hebben geen afdakjes of warmtelampen meer, dus de zeehonden moeten in weer en wind buiten liggen. Dit is niet erg, want in de Waddenzee zijn ook geen dakjes of warmtelampen. Het betekent wel dat de zeehonden in deze fase al een goede vetlaag moeten hebben, zeker in de winter.
De baden in fase 3 zijn erg groot. Hier kunnen we de dieren niet meer bij iedere voeding uit het water kunnen halen, maar dat is ook niet meer nodig.
Schoonmaken
Natuurlijk maken we ook deze verblijven iedere dag schoon. Net als in fase 2 worden de vloer en hekjes dagelijks schoongemaakt. Het grote bad wordt bij het wegen geleegd, dus dan kan het bad ook geschrobd worden. Ook hier wordt het water continu door het systeem gereinigd.
Alleen nog maar eten
De zeehonden hier hebben geen medicijnen of extra water meer nodig. We geven ze twee keer per dag een grote hoeveelheid vis, die ze zelfstandig opeten. De bedoeling van fase 3 is dan ook om goed aan te komen, zodat de zeehonden genoeg vetreserves hebben als ze weer terug in de natuur zijn.
Gezondheidschecks
Ze krijgen geen medicijnen meer en gezondheidscontroles zijn vaak niet meer nodig. De zeehonden worden nog wel elke week gewogen. Omdat het erg moeilijk is om de zeehonden uit het water te krijgen, zorgen we ervoor dat ze allemaal in het bad zijn als we die laten leeglopen. Na een tijdje liggen de dieren op de bodem van een leeg bad. Zo kunnen we ze makkelijker vangen.
Vooral met rust laten
Behalve het voeren en wegen laten we de zeehonden in fase 3 helemaal met rust. Zo kunnen ze zoveel mogelijk wennen aan alleen zijn. Zonder mensen om zich heen.
Terug naar huis
Wanneer de zeehonden alle fases hebben gehad, kunnen ze weer terug naar de natuur. De dierenartsen beslissen wanneer een dier gezond genoeg is om vrijgelaten te worden. Als het zo ver is, worden de zeehonden in vrijlaatkisten geladen en gaan ze met de boot weer terug naar hun thuis: UNESCO Werelderfgoed de Waddenzee. Dit blijft voor ons bijzonder, elke keer opnieuw een unieke ervaring.