Skip to main content

Japanse oester

Wetenschappelijke naam: Crassostrea gigas (soms Magallana gigas) 
Familie: Ostreidae, de oesterfamilie 
Grootte: gemiddeld 10-15 cm, hoewel uitzonderlijke gevallen 30 cm kunnen bereiken. 
Distributie: vrijwel wereldwijd 
Status: niet bedreigd 

Kom langs bij onze expositie over de Japanse oester!

Laatst geupdate op 31-07-2023
  • Oesterbank

    Uiterlijke kenmerken

    De Japanse oester is een langwerpig tweekleppig schelpdier. Tweekleppig betekent dat de oester twee schelpkleppen heeft, net zoals een mossel. De schelpen zijn een kleurenmix van verschillende tinten wit en grijs. Bij een volwassen oester is de onderste schelp gekromd en dieper dan de bovenste schelp. De schelpen zijn onregelmatig gevormd met randen en ribbels. Soms kun je zeepokken op de schelpen van de Japanse oester vinden; dat zijn kleine kreeftachtige diertjes in een stevig wit huisje. Ben jij wel eens een Japanse oester tegengekomen? Of misschien heb je er wel eens één gegeten.  

    De Japanse oester groeit van april tot oktober. Van november tot maart groeit de oester niet en kan het dier zelfs vermageren [8]. Dat heeft te maken met de temperatuur van het water. Ze hebben een voorkeur voor een temperatuur tussen de 11 en 34 graden. De snelheid waarmee ze voedsel uit het water filteren ligt in de warmere maanden ook hoger dan in de wintermaanden [8].  

    Wist je dat…

    …Een oester wel 20 jaar kan worden? [8] 

    Oesters hebben groeilijnen, zoals bomen dat ook hebben. Toch is het niet makkelijk om dat precies af te lezen en dus te weten hoe oud een oester precies is [*].  

    Groei van Japanse Oester

    Een Japanse oester bestaat uit de volgende onderdelen [8]:  

    • Twee schelpkleppen 
    • Kieuwen 
    • Mantel 
    • Mond 
    • Mondlappen 
    • Scharnier 
    • Gonade 
    • Hart 
    • Sluitspier 
    • Anus 

        Verspreiding en status

        De Japanse oester kent zijn oorsprong – zoals de naam al doet vermoeden –  in Japan. Maar het dier is ook inheems aan Korea. De Japanse oester gedijt goed in koude wateren en wordt veelvuldig gebruikt in aquacultuur. Aquacultuur is het kweken van waterplanten en -dieren. In de vorige eeuw werd de soort door de mens geïmporteerd in verschillende landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Ierland, Australië en Nederland, om er een paar te noemen.  

        Hoewel het de bedoeling was om de oestersoort alleen in aquacultuur te gebruiken ter vervanging van de inheemse platte oester, ‘ontsnapte’ de soort. Kort daarna begon het dier zich snel in die landen te vestigen. Daarnaast is de soort ook per ongeluk in landen als Noorwegen, Denemarken en Nieuw-Zeeland terechtgekomen. Dit is ook in Nederland gebeurd. 

        De Japanse oester kan met vrij weinig moeite snel nieuwe gebieden overnemen. Ze groeien snel vergeleken met andere oestersoorten, en kunnen vaak beter tegen vervuiling en ziektes. Door hun vermogen om zich snel te vestigen en te concurreren met inheemse soorten, wordt de Japanse oester als invasieve soort gezien (en soms zelfs als een plaag). 

        Status: niet bedreigd

        Er is de zorg dat de Japanse oesters inheemse soorten verdringen, wat zou kunnen leiden tot het lokaal uitsterven van die soorten. Dit zou vervolgens leiden tot een verminderde biodiversiteit. De Japanse oester zelf wordt daarom niet als een bedreigde soort gezien. 

        De Japanse oester in Nederland 

        De Japanse oester wordt gezien als een exoot, wat betekent dat deze oester oorspronkelijk niet in Nederland voorkomt. Een exoot kan bewust of per ongeluk worden vervoerd naar een nieuwe plek. Per ongeluk kan bijvoorbeeld komen doordat ze met de scheepsvaart mee zijn gelift naar een nieuwe plek waar ze zich konden vestigen. Dat is niet het geval bij de Japanse oester in Nederland. 

        In Nederland is deze oestersoort in 1964 namelijk bewust geïntroduceerd om ze te kweken in de Oosterschelde, Zeeland [1]. Dit werd gedaan omdat het slecht ging met de andere, inheemse oestersoort in Nederland: de platte oester. Door overbevissing, ziektes en koude winters nam het aantal platte oesters enorm af [2].  

        Mensen dachten dat de Japanse oester zich niet kon voortplanten in de Nederlandse zee, vanwege de lage watertemperatuur. Dit bleek wel het geval te zijn, en toen heeft deze oester zich in snel tempo verspreid. In 1976 vond de eerste uitbraak plaats van larven van de oester, in 1982 de tweede uitbraak en toen was de soort definitief gevestigd. Aan het eind van 1976 werd de import van Japanse oesters verboden, maar toen was de Japanse oester al verspreid [edepot]. De soort begon de verspreiding in de Waddenzee in 1983 bij Texel [3].  

        Plek in het ecosysteem

        De soort wordt door sommige mensen gezien als een plaag. Een exoot die in een nieuw gebied wordt geïntroduceerd kan grote gevolgen hebben. Sommige soorten verdrijven inheemse soorten, anderen nemen een extra of lege plek in in het ecosysteem.  

        De Japanse oester heeft de lege plek van de platte oester ingenomen. Deze oester heeft veel invloed op de omgeving in de Waddenzee. Ondertussen heeft de Japanse oester zich al tientallen jaren gevestigd in Nederland en zal die niet snel weer verdwijnen. Wat vind jij van de Japanse oester in de Waddenzee? 

        Als exoot heeft deze soort geen beschermde status in Nederland. Dit betekent dat kleinschalige handmatige oogst toegestaan is. Je kan de Japanse oester eten: in restaurants worden voornamelijk Japanse oesters gegeten.  

        Wist je dat…

        De Japanse oester in Zeeland op het menu staan onder de naam creuse?  

        Oesters in de Waddenzee 

        In 2002 werd de eerste oesterbank van de Waddenzee in kaart gebracht [12]. Vanaf dat moment nam het aantal oesterbanken daar toe. In de oostelijke Waddenzee hebben de Japanse oesters zich gemengd met bestaande mosselbanken. Maar in het westelijke deel vonden de oesters nieuwe plekken om zich uit te breiden.  

        Familie van oesters 

        De Japanse Oester lijkt erg veel op de Portugese oester (Crassostrea angulata). Zelfs zo erg, waardoor onderzoekers eerst dachten dat het dezelfde soort was. Onderzoek uit 2010 naar hun DNA geeft bewijs dat het wel om twee verschillende soorten gaat. Zo’n 2,7 miljoen jaar geleden zijn ze genetisch van elkaar gescheiden en zo lang zijn ze dus een andere soort [6]. 

        Het genoom van hun mitochondriale DNA verschilt 3%. Voor jouw beeldvorming: bij mensen en chimpansees is dit verschil 4% [16]. Doordat deze oesters zo op elkaar lijken bestaat er een theorie dat ze een recente voorouder hebben.  

        De Japanse oester komt oorspronkelijk uit Azië. De Portugese oester werd beschreven dat hij oorspronkelijk juist in de Noordoost Atlantische Oceaan voorkomt. Er is een theorie dat de Portugese oester wel uit Azië komt en op verschillende momenten in de geschiedenis geïntroduceerd is in Europa [7]. Het is nog niet bekend waar deze soort oorspronkelijk vandaan komt. 

        Leefomgeving van de Japanse oester: oesterrif

        De Japanse oester heeft een harde bodem nodig om zich aan vast te hechten, zoals een rotsbodem, stenen of palen. Ze kunnen ook gebruik maken van schelpdieren, zoals andere oesters en mossels om zich aan vast te binden.  

        De oesters komen voor in litorale gebieden (altijd onder water) en beschutte sublitorale gebieden (staat droog met eb). Ze kunnen op een diepte voorkomen van 4 meter, maar bij een scan van de Oosterschelde in Zeeland, zijn de schelpdieren op een diepte van 42 meter aangetroffen [*]. 

        De Japanse oester kan een rif vormen met veel andere oesters. Een rif is een ondiep stuk in zee dat gemaakt is op een harde ondergrond. Op veel plekken in de wereld bestaat een rif uit koraal, maar in Nederland zijn het de schelpdieren die een rif kunnen vormen. Zo heb je oesterriffen en mosselriffen. 

        Het oesterrif kan volledig uit oesters bestaan, maar ook uit een combinatie van oesters met mosselen. Zodra een oester zich heeft vastgemaakt aan een harde ondergrond kan deze oester dezelfde harde ondergrond bieden aan een nieuwe Japanse oester. Zo kunnen oesterriffen continu aangroeien. Na verloop van tijd sterven de oude oesters, maar hun schelpen blijven aanwezig.  

        De omgeving, zoals de stroomsnelheid van het water, heeft invloed op de vorming en het behoud van een oesterrif. Als de stroomsnelheid te hard is kunnen oesterlarven zich niet vestigen. Ook kunnen daardoor oesters van het rif afbreken. 

        Biobouwer

        De omgeving heeft niet alleen effect op de Japanse oester: andersom heeft de oesterbank ook invloed op de omgeving van de Waddenzee. Daarom noemen we oesterbanken ook wel biobouwers: een biobouwer is een soort die zijn omgeving sterk kan veranderen. Een Japanse oester doet dit door: 

        • Een harde ondergrond te maken op een zandachtige omgeving. 
        • Het troebele water helder te maken zodat er meer licht doorheen schijnt: het water wordt gefilterd. 

        Door de omgeving zo sterk te veranderen heeft dit invloed op andere dieren en planten die in de Waddenzee leven. Ze bieden een ander leefgebied aan, waardoor dit allerlei levende wezens aantrekt.  

        Op en tussen de oester vind je mosselen, maar ook begroeiing van wieren zoals de zee-eik. In de luwte van de oesterbank en/of de getijdenpoel die na vloed overblijft vind je: zeepokken, garnalen, kreeftjes, slakjes, alikruiken, krabbetjes, anemoontjes, zakpijpen. Bij het droogvallen van de top van de oesterbank komen er vogels op af op zoek naar eten, zoals lepelaars en steenlopers. Vissen zoeken de beschutting van de oesterbank op en komen af op het voedsel dat er te vinden is. Een bekend voorbeeld daarvan zijn de harders.  

        Invloed van Japanse oester op andere soorten

        Uit onderzoek blijkt dat mosselen een grotere overlevingskans hebben op een gemixte oesterbank dan op een pure mosselbank. De Japanse oesters beschermen de mosselen doordat het moeilijker is voor vogels om tussen de oesters de mosselen eruit te pikken. Aan de andere kant hebben mosselen op zo’n gemengde bank wel minder vlees, waarschijnlijk omdat ze moeten concurreren voor eten met de Japanse oester [10]. Ook is in 2016 gezien dat de inheemse platte oester gebruik maakt van schelpen van Japanse oesters om zich aan vast te hechten [2]. 

        Wist je dat…

        De Japanse oester het zeewater filtert? Zo komt het dier aan zuurstof en zijn voedsel.

        Dieet en foerageren 

        De Japanse oester filtert het zeewater om aan zuurstof te komen en om planten en dieren op te eten. Ze zijn dus afhankelijk van de stroming en snelheid van het water, maar ook het voedsel dat in het water zit [8]. De kieuwen filteren de deeltjes die ze opeten. Ze eten vooral algen (fytoplankton), maar ook larven en zaad van andere dieren zoals mosselen (zoöplankton), bacteriën en dood organisch materiaal [8,*]. Ook halen ze kalk uit het water om hun schelp te laten groeien. 

        Vijanden van de Japanse oester 

        De Japanse oester is zelf ook een prooidier. Hij wordt gegeten door mensen, maar ook door een aantal vogelsoorten zoals meeuwen en scholeksters [4]. Scholeksters steken hun snavel in een Japanse oester die een beetje openstaat, waardoor ze hem verder openspreiden en kunnen opeten.  

        Meeuwen laten de oesters vanuit de lucht op de grond vallen. Dat is de reden dat je vaak rond de Waddenzeedijken kapot (gegooide) oesterschelpen ziet liggen [5]. Daarnaast eten ook krabben, kreeften, zeesterren en vissen de oestersoort op [8,*]. Er bestaat zelfs een zeeslak genaamd de oesterboorder die vooral jonge oesters openboort en opeet [13]. 

        Een parel op het Wad

        Japanse oesters en ook mosselen kunnen parels vormen. Dat is een reactie van het dier op zandkorrels die ze binnenkrijgen tijdens het filteren van het water. Die zandkorrels zijn scherp en het dier beschermt zich door parelmoer rondom de korrels af te zetten. Het is vrij zeldzaam om een parel van een Japanse oester te vinden. 

        Levenscyclus van Japanse oester 

        Voortplanting

        Japanse oesters zijn hermafrodiet, wat betekent dat ze van geslacht kunnen veranderen. Larven van Japanse oesters beginnen meestal mannelijk en kunnen tijdens hun leven van geslacht veranderen.  

        Volgens een onderzoek in 2020 kunnen ze zelfs meerdere keren in hun leven van geslacht wisselen. Niet alle oesters veranderden van geslacht. 58% was hermafrodiet, terwijl 42% niet van geslacht veranderden. Daarvan was 34% een vrouwtje, en 8% een mannetje. Na 6 jaar iedere oester observeren was de verdeling overwegend in het voordeel van vrouwtjes gekieperd. 

        Op een leeftijd van 8-10 maanden worden ze pas geslachtsrijp als de temperatuur van het water meer dan 12 graden is [9]. Dan kunnen ze na 3-4 jaar van geslacht veranderen.  

        Bevruchting bij Japanse oesters 

        Bij oesters vindt de bevruchting van het eitje in zee plaats. Vrouwelijke oesters kunnen per jaar tussen de 1.000.000 en 100.000.000 eitjes loslaten [8]. De eitjes laten ze vanuit hun lichaam vrij en zweven dan in het water. Tegelijkertijd laten de mannetjes hun zaadcellen ook in het water vrij. Dit proces gebeurt vooral in de maanden juli en augustus, als de omstandigheden goed zijn [9]. Dat betekent: minstens 15-16 graden Celsius en genoeg voedsel in zee. Maar het kan ook plaatsvinden in juni en september [15].  

        Als een eicel een zaadcel vindt, dan wordt het eicel bevrucht en ontwikkelt het zich in 1 dag tot een larve [8]. De bevruchte larven drijven tussen de 15 en 30 dagen rond in zee door middel van de stroming [9]. Dat maakt de larve van een Japanse oester in die levensfase zoöplankton. Zoöplankton zijn dieren in zee die niet of nauwelijks tegen de stroom in kunnen bewegen.  

        De kans dat je het als larve overleeft is ontzettend klein. Allerlei vissen en andere schelpdieren zoals mosselen en oesters filteren hun eten uit het water. Daarbij filteren ze ook oesterlarven uit het water. 

        Volwassen fase 

        In 15-30 dagen tijd ontwikkelen de oesterlarven een schelp. Als de schelp te zwaar wordt om mee te drijven, dan zakt een larve naar de bodem om zich vast te zetten op een harde ondergrond. Dit doen ze met een soort ‘cement’ dat uit een klier aan de basis van hun net ontwikkelde voet komt [11]. De oester zit permanent op deze plek vast. 

        Jonge larven kunnen volwassen oesters opmerken door de stoffen die de volwassen oesters uitscheiden in het water. Omdat jonge oesters een voorkeur hebben voor een plek waar al oesters zitten, kunnen ze op deze manier een oesterrif opzoeken en dus zo groter maken [11]. Een Japanse oester kan zo een leeftijd van 20 jaar bereiken [14]. 

        Bronnen: 

        1. https://www.deltaexpertise.nl/wiki/index.php/OS_Ontwikkeling_populatie_Japanse_oester_VN 
        2. https://www.wur.nl/nl/nieuws/japanse-oester-helpt-bedreigde-nederlandse-platte-oester.htm  
        3. http://www2.alterra.wur.nl/internet/webdocs/pdffiles/AlterraRapporten/AlterraRapport909.pdf  
        4. https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=137373  
        5. https://www.ecomare.nl/verdiep/leesvoer/dieren/dieren-van-de-wadden/japanse-oester/  
        6. Ren, J., Liu, X., Jiang, F., Guo, X., & Liu, B. (2010). Unusual conservation of mitochondrial gene order in Crassostrea oysters: evidence for recent speciation in Asia. BMC Evolutionary Biology, 10(1), 394. doi:10.1186/1471-2148-10-394 https://sci-hub.se/10.1186/1471-2148-10-394  
        7. Deborah M. Power, Jonathan W. King, Frederico M. Batista, Ana Grade, Hicham Chairi, et al.. New insights about the introduction of the Portuguese oyster, Crassostrea angulata, into the North East Atlantic from Asia based on a highly polymorphic mitochondrial region. Aquatic Living Resources, 2016, 29 (4), pp.404. ff10.1051/alr/2016035ff. ffhal-01483208f 
        8. Ecologisch profiel van de Japanse oester. https://edepot.wur.nl/18976  
        9. https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=137373&cat=152  
        10. https://www.nioz.nl/en/news/japanse-oester-helpt-nederlandse-mossel-een-handje  
        11. https://www.nemokennislink.nl/publicaties/een-ongewenste-vreemdeling/  
        12. https://www.clo.nl/indicatoren/nl1559-arealen-mossel–en-oesterbanken-in-de-waddenzee  
        13. https://www.geintegreerdevisserij.nl/kompas/oesters/voedselweb/  
        14. https://www.geintegreerdevisserij.nl/kompas/oesters/biologie/  
        15. Factsheet oester – Stichting geïntegreerde visserij (2017) 
        16. Varki A, Altheide TK. Comparing the human and chimpanzee genomes: searching for needles in a haystack. Genome Res. 2005 Dec;15(12):1746-58. doi: 10.1101/gr.3737405. Erratum in: Genome Res. 2009 Dec;19(12):2343. PMID: 16339373. 
          *Jaap Vegter, Stichting Geïntegreerde Visserij en coördinator van het veldstation Waddenloods in Lauwersoog.