“De Engelse naam van de gewone zeehond verklapt waar deze soort veel voorkomt”
Uiterlijke kenmerken van de gewone zeehond
De gewone zeehond heeft een vrij ronde kop en een stompe snuit. De neusgaten zijn een v-vorm. Hun gezicht lijkt daarmee wel een beetje op dat van een kat. Hun vacht is heel kort, glad en heeft een lichtbruin of grijze kleur met donkere vlekken erop. Het vlekkenpatroon is bij iedere zeehond uniek. Dit kun je vergelijken met de vingerafdruk van de mens.
De gewone zeehond is in vergelijking met andere zeehondensoorten relatief klein. In Nederland kunnen de mannetjes gemiddeld 160 cm lang worden en 87 kg wegen. De vrouwtjes worden gemiddeld 148 cm lang en wegen 65 kg. De gemiddelde grootte van de gewone zeehond verschilt per regio.
In Japan bijvoorbeeld, leeft een gewone zeehondenpopulatie die een stuk groter worden. Namelijk 186 cm lang en tussen de 87 en 170 kg voor de mannetjes en 169 cm lang en tussen 65 en 142 kg voor de vrouwtjes.
In het wild worden gewone zeehonden zo’n 20 – 30 jaar oud. In gevangenschap kunnen ze nog ouder worden. Zo verbleef gewone zeehond “Piet” zijn hele leven in Ecomare op Texel, tot hij op 41-jarige leeftijd in 2009 overleed.
Geslachtsverschillen
Er zijn weinig verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes. Dit komt omdat hun vachten dezelfde kleur hebben en ze bijna even groot zijn.
Wist je dat…
Gewone zeehonden zwemmen regelmatig rivieren op en kunnen daar lange tijd blijven, voordat ze weer teruggaan naar zee. Zo heeft in 2022 een gewone zeehond wel eens een maand lang geleefd in een uitloper van de Lek in Gelderland.
Verspreiding en status
De Engelse naam van de gewone zeehond is “common seal” of “harbour seal” (havenzeehond). Dat zegt al veel over waar deze soort voorkomt. De gewone zeehond leeft vrij dicht bij de kust en is daarom ook wel eens in havens te zien.
Het leefgebied van de gewone zeehond verspreidt zich over het hele noordelijk halfrond maar ze blijven altijd dicht bij de kust.
De gewone zeehond wordt niet als een bedreigde diersoort gezien. De populatie wereldwijd door bestaat volgens IUCN, de internationale natuurbeschermingsorganisatie, uit zo’n 600.000 gewone zeehonden. Dat aantal is groot genoeg en zorgt ervoor dat de wereldpopulatie stabiel is. Dit betekent dat er geen ingrijpen nodig is zodat het soort blijft bestaan.
De gewone zeehond in Nederland
Jaarlijks worden er zo’n 8.000 gewone zeehonden in Nederland geteld en wetenschappers schatten daarmee dat zo’n 10.000 gewone zeehonden van Nederlands water gebruik maken.
Wist je dat…
Er twee soorten zeehonden in Nederland leven? De gewone zeehond is er een van. Weet jij de andere? Je vindt hem hier.
De grootste populatie zeehonden leven in het Waddengebied. Daar gebruiken ze de zandplaten om uit te rusten, zich voort te planten en pups te baren. Jagen en eten doen ze in de Noordzee. In Zeeland leven ook gewone zeehonden, maar een stuk minder dan in het Waddengebied. Daar leven ze vooral op zandplaten in de Oosterschelde en langs de Noordzee kust.
De laatste jaren is het aantal zeehonden dat in Nederland en in de hele Waddenzee jaarlijks geteld wordt min of meer gelijk. In Nederland was het vrij kortgeleden nog zo dat de populatie gewone zeehonden in gevaar was. Tot het jaar 1962 werd er nog veel gejaagd naar de gewone zeehond. Ook zijn er in 1988 en 2002 uitbraken van het zeehondenvirus (Phocine Distemper Virus) geweest waarbij de helft van de populatie stierf. In beide gevallen krabbelde de populatie weer snel op. Ook met de hulp van opvangcentra langs de hele Waddenzee kust.
Dieet en foerageren
De gewone zeehond is een opportunistische jager. Wat we daarmee bedoelen: de soort is flexibel als het gaat om waar en waarop hij jaagt. Zo kunnen ze dicht bij hun rustplaats op zoek gaan naar voedsel. Maar soms gaan ze ook kilometers er vandaan, dicht bij de kust, of verder de zee in op jacht. Ze kunnen tot wel meer dan 500 meter diep op zoek naar hun prooi.
Bovendien jagen ze niet op één bepaalde soort vis, inktvis of garnaal. Het dieet varieert dus sterk, afhankelijk van de regio en het seizoen. In Nederland jagen ze vooral op kleine tot middelgrote vissensoorten. Zoals kabeljauw, heek, makreel, haring, sardines, smelt, elft, lodde, zandspiering, donderpad, verschillende platvissen en zalmsoorten. Naast die vissoorten jaagt de gewone zeehond ook vaak op inktvissen en kreeftachtigen, denk bijvoorbeeld aan garnalen en krabben.
Wist je dat…
De gewone zeehond ook zonder zicht, bijvoorbeeld in troebel water, heel goed kan jagen?
De gewone zeehond gebruikt, net zoals veel andere zeehondensoorten, zijn snorharen om prooi te vinden. Deze snorharen zijn supergevoelig en kunnen de kleinste bewegingen waarnemen. Door de geribbelde vorm (anders dan de gladde snorharen zoals waarschijnlijk wel eens bij een kat of hond hebt gezien), zijn de snorharen zo gestroomlijnd dat ze bijna vloeiend door het water glijden.
Dankzij onderzoek weten we dat de gewone zeehond zelfs nog trillingen in het water voelt als een vis al een tijdje eerder is weggezwommen. Ze gebruiken hun snorharen dus op een vergelijkbare manier als echolocatie bij walvissen en dolfijnen: door trillingen van geluidsgolven in het water op te vangen. Bij zeehonden gaat het om bewegingen in het water.
Gedrag van een gewone zeehond
Gewone zeehonden zijn solitaire dieren. Dat betekent dat ze het liefst alleen zijn. Op het land willen ze nog wel in groepen liggen, omdat de kans dan groter is dat ze roofdieren eerder aan zien komen. Ze blijven ook bijna altijd dicht bij de waterrand liggen, zodat ze snel kunnen vluchten als ze verstoord worden. Dit doen ze bij de minste bedreiging vaak al.
Heb je wel eens een zeehond zien ‘zwaaien’? Hij doet dit niet om gedag te zeggen. In tegendeel: het is een dreigement. Met dit zwaaien wil de zeehond zeggen dat als de bedreiging dichterbij komt, hij het risico loopt gekrabd te worden met de lange nagels aan de voorflipper.
Tegen het eind van de zomer/begin van de herfst liggen de gewone zeehonden vaker op het land. Ze liggen dan in grotere groepen bij elkaar. Ze zijn namelijk twee tot drie maanden na het paarseizoen in de rui: dan krijgen ze een nieuwe vacht.
Voortplanting bij gewone zeehonden
Paren en paargedrag
Gewone zeehonden paren in het water, rond de tijd dat de pups klaar zijn met zogen (eind van de zomer). Mannetjes strijden met elkaar om vrouwtjes. Dit doen ze door middel van geluid maken, duiken en met elkaar te vechten. Dit noem je “lek” gedrag. Mannetjes paren vaak met meerdere vrouwtjes.
Diapauze en zwangerschap
Net zoals bij alle zeehondensoorten, is er na de bevruchting een diapauze. Een diapauze betekent dat er een tijd tussen bevruchting en de echte zwangerschap zit. Bij de gewone zeehond duurt de diapauze tot 2,5 maanden. Hierna verplaatst het bevruchte eitje zich in de baarmoeder. De totale zwangerschap (inclusief diapauze) duurt 10,5 maanden.
Bij de meeste zeehondensoorten wordt meer dan 85% van de vrouwtjes ieder jaar zwanger. Vanaf het moment dat de gewone zeehonden geslachtsrijp zijn, blijven ze hun hele leven vruchtbaar.
Geboorte- en zoogperiode
Pups van de gewone zeehond worden in de zomer op land geboren. Deze pups kunnen vrijwel direct na de geboorte al het water in, wat vaak wel moet als het vloed wordt. In het water hangen de pups dan vaak aan de rug van de moeder. Het geboorteseizoen van de gewone zeehond in Nederland duurt van juni tot en met juli.
Wist je dat…
Pups van de gewone zeehond in de eerste 4 weken 17 kilo aankomen?
De pups worden 4 weken lang door de moeder gevoed met melk dat ongeveer 40% vet bevat. De pups komen dan sterk aan. Ze gaan van 8 kg bij de geboorte, naar 25 kg in 4 weken. Hierna worden ze opeens verlaten en moeten ze zelf leren jagen. Het instinct van zeehonden om dit zelf te leren is gelukkig heel sterk.