Vinpotigen (Pinnipedia)
De vinpotigen (Pinnipedia) zijn een groep zeezoogdieren die uit drie families bestaat: de zeehonden (Phocidae), de zeeleeuwen (Otariidae) en de walrus (Odobenidae). Het zijn allemaal leden van de orde Carnivora, de vleesetende zoogdieren.
Deze orde kan worden opgesplitst in twee onder-ordes: de katachtigen (Feliformia) en de hondachtigen (Caniformia). Vinpotigen horen bij die laatste groep: de hondachtigen. Ze delen een voorouder met de marterfamilies (Mustelidae). Deze voorouder zal een beetje op een otter geleken hebben.
Bekijk ook
Wist je dat…
De poten van zeehonden flippers heten?
Hoe zien vinpotigen eruit?
Vinpotigen hebben allemaal een lang lichaam met grote borstkas en smal uitlopend achterlijf. Hun belangrijkste kenmerk is de vorm van de poten. Hier hebben ze ook hun naam aan te danken. De poten van vinpotigen zijn kort met erg lange vingers en tenen. Tussen de vingers en tenen zitten zwemvliezen, waardoor hun poten meer op vinnen lijken.
Omdat ze een groot deel van hun leven in het koude water leven, hebben vinpotigen een dikke laag blubber. Hun huid is ook bedekt met een korte, dichte vacht. Zo blijven vinpotigen warm. Dat kunnen ze goed gebruiken in het koude water of in de ijzige gebieden waar ze soms leven.
Hoe bewegen vinpotigen?
Sommige zeezoogdieren, zoals walvissen, leven alleen maar in het water. Vinpotigen zijn anders. Zij leven (groten)deels in het water en deels op het land. Ze hebben allemaal een eigen manier van bewegen, zowel op het land als in het water.
Meestal gebruiken vinpotigen het land om te rusten, verharen, paren, en om pups op te voeden. Maar hun leven speelt zich vooral in het water af. De meeste vinpotigen kunnen dagenlang in het water zijn om te jagen en eten. Ze kunnen zelfs in het water slapen. Sommige soorten paren ook in het water.
Omdat ze op deze manier leven, noemen we vinpotigen semi-aquatisch. Letterlijk betekent dat half in het water.
Onder water
Alle vinpotigen zijn onderwater het meest wendbaar. Door hun bouw kunnen ze zich daar veel sneller verplaatsen. Dit is wel handig, want hun voedsel is allemaal in het water te vinden!
Zeehonden onder water
Tijdens het zwemmen houden zeehonden (Phocidae) hun achterflippers tegen elkaar aan. Ze bewegen hun achterlijf dan heen en weer om zich door het water te duwen. Als je een zeehond ziet zwemmen, maken ze een beetje dezelfde beweging als een vis. Hun voorflippers zijn vooral bedoeld om te sturen, niet om vaart te maken.
Walrussen onder water
Walrussen (Odobenidae) zwemmen op dezelfde manier als zeehonden, dus door hun achterflippers heen en weer te bewegen. Ze gebruiken hun voorflippers om te sturen en om te peddelen.
Zeeleeuwen onder water
Zeeleeuwen (Otariidae) hebben een andere manier om te zwemmen. Ze hebben veel langere en sterkere voorflippers dan zeehonden, en gebruiken deze juist om vaart te maken. Ze bewegen de voorflippers op en neer, waardoor ze zichzelf door het water duwen. Het lijkt op de manier waarop een vogel door de lucht vliegt. Zeeleeuwen zijn een stuk wendbaarder dan zeehonden en walrussen, maar kunnen minder lang zwemmen.
Over land
Omdat hun lichamen goed zijn aangepast voor een leven in het water, zijn vinpotigen op het land een stuk minder wendbaar. Maar er zit wel een verschil tussen de families in hoe gemakkelijk ze zich op land voortbewegen.
Zeehonden op het land
Zeehonden kunnen hun achterflippers niet naar voren vouwen. Door de bouw van hun lichaam wijzen die altijd naar achteren. In plaats van te lopen, bewegen ze meer als een rups. Ze tillen hun rug omhoog waardoor hun achterkant een beetje naar voren komt. Dan duwen ze zich met de achterkant van hun lichaam af. Door dit vaak en snel achter elkaar te doen, lijkt het net of de zeehond een beetje stuitert.
Walrussen op het land
De walrus (Odobenidae) kunnen wel de achterflippers naar voren vouwen. Maar hun lichamen zijn te groot en zwaar om van de grond af te tillen. In plaats van echt te lopen, schuiven ze op hun buik over het land door op hun flippers te steunen.
Zeeleeuwen op het land
Zeeleeuwen (Otariidae) zijn op het land het meest beweeglijk van de drie families. Met hun voor- en achterflippers hijsen hun hele lichaam van de grond (waarbij ze de achterflippers onder hun lichaam naar voren vouwen). Zo kunnen zeeleeuwen op vier poten lopen, en zelfs galopperen!
Hoe leven vinpotigen?
Het dieet
De zee is waar vinpotigen hun voedsel vandaan halen. Ze jagen daar op allerlei dieren. De meeste vinpotigen zijn opportunistische jagers. Dit betekent dat ze vrijwel alles eten wat ze kunnen pakken. Over het algemeen gaan ze voor vissen, inktvissen, schaal- en schelpdieren die ze heel kunnen doorslikken. Maar soms zullen er een paar zijn die ook achter grotere dieren aan gaan, zoals zeevogels en kleine zeezoogdieren.
In groepen of alleen
De meeste vinpotigen zijn erg sociaal. Buiten het paarseizoen liggen walrussen en zeeleeuwen op het land vaak in enorme groepen bij elkaar. Grote groepen van dezelfde diersoort heten kolonies. Zeeleeuwen jagen soms ook in kleinere groepen. Ze werken dan samen om scholen vis bij elkaar te drijven.
Walrussen eten vooral schelpdieren die in de zeebodem leven. Ze zullen tijdens het eten in groepjes bij elkaar blijven, maar hebben elkaar niet nodig om te jagen.
Bij zeehonden verschilt het per soort of ze in groepjes of alleen leven, maar de meeste zeehondensoorten jagen alleen.
Paarseizoen
Tijdens het paarseizoen komen vinpotigen in grote aantallen op het land of op het ijs bij elkaar om te paren. Dit doen ze meestal met meerdere partners. Vinpotigen dus polygaam. Bij zeeleeuwen, walrussen en sommige zeehondensoorten zal een mannetje een groep met meerdere vrouwtjes om zich heen hebben. Zo’n groep heet een harem. Het mannetje verdedigt zijn harem tegen andere mannetjes en heeft dan het recht om met al die vrouwtjes te paren.
Pups
Vinpotigen krijgen één pup per keer. Tweelingen zijn extreem zeldzaam. Mocht dat wel gebeuren, dan zou een tweeling in de meeste gevallen niet overleven. verschilt per familie en per soort, maar het zijn altijd de vrouwtjes die de pups opvoeden. Mannetjes hebben hier niks mee te maken.
Zeeleeuwen en zeehonden krijgen bijna ieder jaar weer een pup. Walrussen zorgen veel langer voor hun pup. Zij krijgen één pup per 4-5 jaar.